Stockbeheer omvat net iets meer dan af en toe enkele tonnen materiaal aan te kopen. Een geïntegreerd systeem met restplatenbeheer en materiaalcertificatenbeheer is op de dag van vandaag onvermijdelijk om efficiënt te kunnen werken.
Bij elke aankoop van inoxmaterialen worden standaard certificaten opgevraagd. Ook voor staalsoorten kunnen materiaalcertificaten opgevraagd worden, maar is dit minder gebruikelijk en gebeurt dit alleen als een specifiek project hierom vraagt.
Het meest gevraagde materiaalcertificaat bij inox plaat is het 3.1 certificaat. Dit is een certificaat van de fabricant, dat o.m. materiaalkwaliteit, smeltnummer en chemische samenstelling vermeldt. Dit smeltnummer vindt u terug als bedrukking op de plaat (tenminste als deze niet door een bewerking zoals slijpen al verdwenen is), en kan dus gecontroleerd worden of het overeenstemt.
Dit 3.1 certificaat garandeert dat het materiaal met het vermelde smeltnummer getest is en voldoet en kan uiteraard alleen geleverd worden als het materiaal (eventueel via een tussenpersoon) rechtstreeks van de fabricant komt (zie voorbeeld in bijlage), zoals bij plaat.
Bij gewone ijzeren platen (bv s235 of st37) zijn 3.1 certificaten niet gebruikelijk, daar zijn 2.2 certificaten gebruikelijk. Een 2.2 certificaat verklaart enkel dat het betreffende materiaal conform een bepaalde materiaalkwaliteit is.
Ook in inoxmaterialen indien er naderhand nog een verwerking is gebeurd zoals bij buizen of kokers, bekom je meestal een 2.2 materiaalcertificaat, waarvan eveneens een voorbeeld in bijlage.
Indien u van uw bestelling een materiaalcertificaat wenst, is het best dit op voorhand te melden en meteen ook het mailadres te mee te geven waarnaar de certificaten gemaild mogen worden. Hiervoor wordt een kleine administratieve kost aangerekend. Karine