Glasstraalcabine in de kijker

Glasstralen (ook wel parelstralen of glasparelstralen genoemd) is één van de mogelijke afwerkingen van inox. Bijzonder geschikt voor de ene toepassing, absoluut niet geschikt voor een andere, met een hoop tussenvarianten.

Inderdaad, als bepaalde klanten zeggen dat hun toepassingen absoluut niet gestraald mogen worden, ben ik daar meestal volledig mee akkoord. Sommige toepassingen vragen erom om gebeitst te worden, of geslepen of zelfs gespiegeld. Maar om nu glasstralen te beladen met alle zonden van de wereld is absoluut uit den boze, integendeel.

Glasstralen heeft zijn nadelen. Ten eerste verhoogt het sowieso de ruwheidswaarde, hoewel de bekomen ruwheid sterk afhankelijk is van de gebruikte korrel en de gebruikte druk tijdens het stralen. En een grotere ruwheid is geen voordeel, zeker niet in een agressieve omgeving of in een omgeving die moet voldoen aan zeer grote hygiënische vereisten. Ten tweede weet je bij extern straalwerk niet altijd of het gebruikte glasstraalmiddel wel vrij is van vervuilingen. Als je zelf straalt, weet je dat er alleen maar nieuwe inox materialen mee gestraald werden, maar bij extern straalwerk weet je dit dus niet. Maar anderzijds kan het perfect voor andere toepassingen.

Het oog van de eindgebruiker wil vaak ook wat en het is een manier om op een vrij goedkope manier een mooi ogende afwerking te bekomen. Want prijs is zo goed als altijd ook belangrijk. En als er dan geen productcontact is of de materialen dienen om een machine te bouwen die zelfs niet eens voor voeding of pharmacie bestemd is, waarom zou deze dan niet geglasstraald mogen worden?

Ik zei het al: glasstralen is een vrij goedkope manier van afwerken, tenminste als je dit in vrij grote volumes in eigen beheer kunt doen. Want als je dit extern moet laten stralen komt er telkens een hoop extra manipulatie en transport aan te pas, en is de sop de kolen niet waard. Karine

02 augustus 2010