Alle metaalprijzen fluctueren. IJzer en aluminium kennen kleine schommelingen. Bij inox zijn de variaties echter veel groter. Op korte termijn variëren de prijzen door de willekeur en speculaties op de internationale markten. Deze schommelingen zijn moeilijk te voorspellen. Op middellange termijn is de beste voorspeller de gezondheid van de wereldeconomie. Uiteraard zijn trends zichtbaarder als je jarenlang de prijzen opvolgt, maar zekerheden zijn er nooit.

 

FACTOREN DIE DE PRIJS VAN NIEUWE INOX BEÏNVLOEDEN:

1. Basisprijs

Dit de vastgelegde prijs door de producenten. Deze staat sterk onder invloed van vraag en aanbod. De producenten willen een schaarste laten uitschijnen om zo de basisprijs te verhogen…

 

2. Legeringstoeslag

Deze is sterk gerelateerd aan de notering van nikkel op de internationale markten. Uiteraard speelt ook hier vraag en aanbod een rol, maar evenzeer is de invloed van speculanten die inzetten op de grondstoffenmarkt aanzienlijk. Hierdoor wordt de koers van nikkel voor een stuk losgekoppeld van de reële economie en krijg je soms zeer volatiele inoxprijzen waar niemand mee gebaat is. De legeringstoeslag heeft een vrij belangrijke invloed op de volatiliteit van de inoxprijzen. De toeslagen worden bekend op het einde van de maand en zijn dus gelinkt aan de nikkelkoersen. Hier vindt u een overzicht van de laatste jaren.

 

3. Dollarkoers

De metaalmarkt is een zeer internationale markt. Denk maar aan de Aziatische producenten en de internationale stockage. Ook voor materiaal dat Alinco bestelt, gebeurt de toelevering vaak vanuit Italië of Duitsland.

 

4. Schrootprijs

Deze is opnieuw sterk gerelateerd aan vraag en aanbod en wordt sterk beïnvloed door de nikkelkoers.

 

5. Bijkomende factoren

Speculaties, een aantal geruchten en verwachtingen beïnvloeden eveneens de prijs. Een staking in een mijn, een schip dat ergens geblokkeerd ligt, de Chinezen die alles aan het opkopen zijn…. Soms heb ik de indruk dat dit soort geruchten bewust gelanceerd worden om de vraag tijdelijk op te krikken. Momenteel speelt bovendien - uitzonderlijk - een hoge staalprijs een belangrijke rol, alsook het spel van vraag en aanbod.  Omdat er problemen zijn met beschikbaarheid verkopen handelaren hun eerder lage voorraden liever niet, hetgeen de prijzen onder druk zet.

 

PRIJZEN VAN AFGEWERKTE PRODUCTEN

Uiteraard hebben schommelingen in materiaalprijzen een invloed op de prijzen van de afgewerkte producten. Voor de eindverbruiker is het uiteraard enkel de prijs van het eindproduct die telt.

Hieronder een aantal vragen die ik regelmatig krijg en hun antwoorden:

• Kan ik een m² prijs of een kiloprijs krijgen voor materialen?

Kilo- of oppervlakteprijzen zijn in onze sector niet gebruikelijk. Wij rekenen liever een correcte en vaste prijs uit aan de hand van de verkregen gegevens. Op enkele uitzonderingen na hebben kleine afwijkingen in de grootte geen invloed op de aangeboden prijs. Voor een offerte kan er dus rudimentair opgemeten worden.

• Hoe lang kunnen prijzen aangehouden blijven?

Er zijn periodes dat de inoxprijzen maanden aan een stuk zeer stabiel zijn, om dan plots zeer sterk te schommelen. Spijtig genoeg heeft niemand en glazen bol en kunnen wij hier eigenlijk nooit op antwoorden. Meestal kunnen de prijzen wel een aantal maanden aangehouden blijven, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn.

• Waar stuur ik prijsvragen naartoe?

Een eenvoudig mailtje naar sales@alinco.be sturen of het contactformulier invullen met je prijsvraag is voldoende. Wij hebben de gewoonte om deze vrij snel te beantwoorden. Indien er voor grotere projecten even iemand ter plaatse moet komen, is dit geen probleem.

 

SCHROOTPRIJZEN

De vraag en het  aanbod op de internationale markten bepalen de prijzen van het schroot. De gemakkelijkste manier om ze op te volgen, is de ‘notering’ op te zoeken op de website van De Tijd. Deze geeft een goede indicatie. Hierop staan zowel prijzen voor diverse samenstellingen voor ijzerschroot, als de koersen voor 'non-ferroschroot' bijvoorbeeld koper, inox en aluminium.

Opgelet: het ijzerschroot wordt hier opgegeven in euro/ton. Bij het non-ferroschroot dien je eerst met een factor 10 te vermenigvuldigen om een europrijs/ton te verkrijgen.

De prijzen gepubliceerd in de Financieel Economische Tijd dienen beschouwd te worden als richtprijzen voor grotere aangeboden hoeveelheden (enkele ton). Uiteraard speelt de aangeboden hoeveelheid, de zuiverheid en de kwaliteit van het materiaal een rol bij de eigenlijke prijsbepaling.