• Algemene of uniforme corrosie. Dit is niet echt een categorie, maar corrosie kan inderdaad uniform of lokaal optreden. Als de contaminatie egaal is over het volledige oppervlak, is dit vaak te wijten aan een verkeerde materiaalkeuze, bijvoorbeeld het gebruik van rvs304 in een vervuilde omgeving, waar men beter voor rvs316 had gekozen. Voor buitengebruik raden wij daarom systematisch het gebruik van rvs316 aan, hoewel in bepaalde, minder vervuilde gebieden rvs304 voldoende zou kunnen zijn. Maar, wij nemen geen genoegen met 'een 75% kans dat er geen problemen optreden...' Zeer regelmatig komt ook corrosie onder invloed van externe vervuiling voor: het stuk is nog volledig intact, maar staalpartikeltjes van buiten af zetten zich vast op het stuk en beginnen te roesten.
  • Lokale corrosie, deze is meestal gevaarlijker dan algemene corrosie. Heeft vaak een oorzaak in een van onderstaande vormen van corrosie. Eenmaal de corrosie ontstaan, kan het snel gaan en het stuk vlug 'doorroesten'.
  • Galvanische corrosie. Ten gevolge van het gebruik van diverse materialen door elkaar zoals aluminium met inox. Afhankelijk van de omstandigheden gaat het 'zwakste' of 'minst edele metaal', in dit geval de aluminium het begeven. Omstandigheden (buiten of binnen, agressief of niet) spelen hierbij een grote rol, zie verdere uitleg hieronder
  • Putcorrosie of pitting: omstandigheden zorgen ervoor dat de passivatielaag doorbroken wordt en niet hersteld kan worden, bijvoorbeeld door beschadiging, vervuiling, chloor, ... Eens gestart, gaat het corrosieproces snel vooruit
  • Spleetcorrosie: de naam zegt het zelf: corrosie die ontstaat in spleten. Bij gebrek aan zuurstof in de spleet kan de zelfherstellende passivatielaag zich moeilijk vormen. Tijdens ontwerp (flensverbindingen) en in de lasfase dient hier rekening mee gehouden te worden. In gevallen met een verhoogd risico mag men dus niet twijfelen en moet er doorbelast of dubbelzijdig gelast worden zonder veel kraters
  • Interkrisallijne corrosie: omstandigheden (zoals verhitting) hebben ervoor gezorgd dat meestal lokaal het chroomgehalte onder de 10.5% zit, de minimumgrens die nodig is voor het vormen van een passivatielaag. Zonder hechte passivatielaag, geen voldoende corrosieweerstand...
  • Spanningscorrosie
  • Tot slot erosie van het materiaal; is niet echt corrosie in de zin van het woord dat wij dit meestal kennen, namelijk roestvorming. Maar in bepaalde omstandigheden zoals tanks zorgt tijd en gebruikte omstandigheden ervoor dat het materiaal wegslijt

Dit was een kleine oplijsting van alle verschillende corrosievormingen maar laat u niet afschrikken deze oplijsting. Ze bestaan, maar bij normaal gebruik en goed ontwerp zien we in de praktijk bijzonder weinig problemen.